Bij het proces, dat werd geïnitieerd door een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN, waren 96 landen en 11 regionale organisaties betrokken, die hun standpunten presenteerden over de “verplichtingen van staten met betrekking tot klimaatverandering” onder het internationaal recht.
Hoewel het advies van het Internationaal Gerechtshof niet bindend zal zijn, wordt verwacht dat het de toekomst van het internationale klimaatrecht vorm zal geven.
De kleine eilanden vragen om gerechtigheid
De hoorzittingen begonnen met een oproep van Vanuatu en de Melanesian Spearhead Group, die de landen vertegenwoordigt die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering.
“De uitkomst van deze historische gebeurtenissen zal gevolgen hebben voor de komende generaties en het lot van landen als het mijne en de toekomst van onze planeet bepalen”, zegt Ralph Regenvanu, Vanuatu’s speciale gezant voor klimaatverandering.
De eilandstaat in de Stille Oceaan benadrukte de catastrofale gevolgen van de stijgende zeespiegel en extreem weer, en noemde het falen van staten met een hoge uitstoot ‘illegaal’.
De procureur-generaal van het land, Arnold Kiel Loughman, betoogde dat “het falen van een handvol staten met een hoge emissie om aan hun verplichtingen te voldoen een internationaal onrechtmatige daad vormt”, aangezien zij de mensheid “op de rand” hebben gebracht.
Deze oproepen werden herhaald door de Small Island Developing States (SIDS), vertegenwoordigd door de Alliance of Small Island States (AOSIS).
Ze riepen het Wereldgerechtshof op om de beginselen van het internationaal recht inzake de aanpak van de stijging van de zeespiegel te bevestigen, inclusief de erkenning van maritieme zones en een staat, zelfs als gebieden onder water komen te staan.
Gedifferentieerde verantwoordelijkheden: Brazilië en China komen tussenbeide
Brazilië benadrukte zijn inzet voor ambitieuze emissiereducties en benadrukte dat het, ondanks dat het een ontwikkelingsland is, voor belangrijke uitdagingen staat, zoals de uitroeiing van armoede en extreme gevolgen voor het klimaat.
De speciale gezant van het land voor klimaatverandering, Luiz Alberto Figueiredo Machado, onderstreepte het principe van “gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden”, en stelde dat ontwikkelde landen met hoge emissies de grootste last dragen bij het aanpakken van de crisis.
Ondertussen drong China er bij het Internationaal Gerechtshof op aan om geen nieuwe wettelijke verplichtingen te creëren en zich te concentreren op bestaande kaders, zoals de Overeenkomst van Parijs over klimaatverandering.
Als een van de grootste uitstoters ter wereld betoogde China dat ontwikkelde landen hun historische verantwoordelijkheid moeten nemen, terwijl ontwikkelingslanden langere termijnen nodig hebben om de klimaatdoelstellingen te verwezenlijken.
De Verenigde Staten en de EU nemen uiteenlopende standpunten in
De Verenigde Staten erkenden de ernst van de klimaatcrisis, maar voerden aan dat internationale verdragen zoals de Overeenkomst van Parijs niet juridisch bindend zijn.
Margaret Taylor, de vertegenwoordiger van de Verenigde Staten, verwierp ook het idee dat ‘gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden’ een fundamenteel beginsel van het internationaal recht is.
Aan de andere kant legde de Europese Unie (EU) de nadruk op samenwerking en benadrukte zij het niet-controversiële karakter van overlegprocedures.
EU-vertegenwoordigers wezen op het belang van de bestaande verdragen bij het aanpakken van de klimaatverandering, maar riepen niet op tot handhavingsmechanismen.
Een cruciaal moment voor internationale klimaatactie
Terwijl het ICJ beraadslaagt, wachten zowel landen als waarnemers op zijn advies, dat naar verwachting richting zal geven aan toekomstige juridische interpretaties van de verantwoordelijkheden van staten voor de klimaatcrisis.
Voor kleine eilandstaten en kwetsbare gemeenschappen is de inzet existentieel.