De RSZ houdt de evolutie van de flexi-jobs al in de gaten sinds het begin in 2016. Dat betekent dat we inmiddels een meer dan betrouwbaar zicht hebben op wie de flexi-jobs uitvoert.
“Heel kort samengevat, zou je kunnen zeggen dat de gemiddelde flexi-jobber vrouwelijk, veeleer jong en Vlaams is”, vertelt Jasper Hubeau. “Toch zijn er een aantal nieuwe tendensen die dat beeld wat bijstellen. Zo tonen de eerste cijfers aan dat in de nieuwe sectoren voornamelijk mannen en gepensioneerden aan de slag zijn.”
Zo zijn er weliswaar meer vrouwen (54%) aan de slag, maar omgerekend naar VTE komt het overwicht bij mannen te liggen (51%). Anders gezegd: mannen spenderen meer uren aan hun flexi-jobs.
Flexi-jobs blijken vooral populair te zijn bij relatief jonge werknemers (25-39 jaar oud). Toch is de stijging van het aantal 65-plussers opmerkelijk. Tussen het eerste kwartaal van 2023 en het eerste kwartaal van 2024 is het aantal gepensioneerde met 54% gestegen.
Overigens zijn er ook binnen het Vlaams en Waals gewest grote verschillen merkbaar. Flexi-jobs zijn vooral in de arrondissementen van de grote steden populair. In Vlaanderen bijvoorbeeld spant het arrondissement Antwerpen de kroon met een totaal van 15.483 flexiwerknemers, goed voor 2.703,5 VTE. Het arrondissement Gent is goed voor de tweede plaats met 9.371 flexiwerknemers (1.553,3 VTE). In Wallonië is Luik de koploper met 2.663 flexiwerknemers (472,9 VTE).
“Deze cijfers geven aan dat de flexiarbeid in de eerste plaats een stedelijk fenomeen is maar toch vooral populair in Vlaanderen”, besluit Jasper Hubeau.