Londen – Door een seismische verschuiving in de Britse politiek heeft de Labour Party, geleid door Keir Starmer, een klinkende overwinning behaald bij de Britse algemene verkiezingen, waarmee een einde kwam aan veertien jaar conservatief bewind. De resultaten, die waren voorafschaduwd door maandenlange peilingen, hebben de Labour-partij een voorsprong gegeven sterkste parlementaire meerderheid sinds 2001.
Labour won een indrukwekkende 412 zetels, veel meer dan de 326 die nodig zijn voor een algemene meerderheid en een verdubbeling van de prestaties in 2019. Deze verpletterende overwinning markeert een dramatische verschuiving voor de partij en duidt op een duidelijk verlangen naar verandering onder het Britse electoraat.
Toen Starmer hoorde van zijn overwinning in zijn kiesdistrict in centraal Londen, verklaarde hij: « Het volk heeft gesproken en is klaar voor verandering. » Deze verklaring vat de stemming samen van een natie die schijnbaar graag een nieuw politiek hoofdstuk wil beginnen.
In schril contrast daarmee leed de Conservatieve Partij de ergste nederlaag sinds haar oprichting in 1834. De Conservatieven verloren minstens 250 zetels vergeleken met hun prestaties in 2019 onder Boris Johnson, en eindigden met slechts 121 zetels. Deze historische ineenstorting bracht de vertrekkende premier Rishi Sunak ertoe zijn excuses aan te bieden aan ‘de Conservatieven die ondanks hun toewijding hebben verloren’, terwijl hij Starmer feliciteerde met zijn overwinning.
De verkiezingen zagen ook belangrijke veranderingen voor andere partijen. De Liberaal-Democraten, onder leiding van Ed Davey, kwamen met 71 zetels naar voren als de derde grootste partij, een winst van 63 ten opzichte van de vorige verkiezingen. De Scottish National Party (SNP) kende een dramatische achteruitgang en won slechts negen zetels, een verlies van 38 vergeleken met 2019. Sinn Féin, de Ierse republikeinse partij, behield haar zeven zetels.
In een verrassende ontwikkeling kwam de nationalistisch-populistische partij Reform UK, onder leiding van Nigel Farage, met vier zetels het Parlement binnen, waarmee ze alle voorspellingen van de opiniepeilingen overtrof. De Groene Partij verviervoudigde haar vertegenwoordiging en behaalde in totaal vier zetels.
Starmers eerste toespraak als premier was vol beloften van verandering en vernieuwing. « We hebben het gedaan! » riep hij uit, waarbij hij benadrukte dat de Britten wakker zouden worden en zouden ontdekken dat “er eindelijk een last van de schouders van deze grote natie is gevallen.” Hij benadrukte de urgentie van het herstel van het vertrouwen in de politiek en beloofde alle burgers te dienen, ongeacht hun electorale voorkeuren.
De nieuwe premier schetste de prioriteiten van zijn regering, waaronder het verbeteren van de veiligheid op straat grenzen, het opnieuw opbouwen van de infrastructuur en het verbeteren van de kansen op het gebied van onderwijs en werkgelegenheid. “Een land veranderen is niet zo eenvoudig als het indrukken van een knop,” waarschuwde Starmer, “we zullen Groot-Brittannië steen voor steen herbouwen.”
Rishi SunakIn zijn afscheidsrede herkende hij het duidelijke signaal van verandering dat door het electoraat werd uitgezonden. ‘Ik heb je woede en teleurstelling gehoord. “Ik neem de verantwoordelijkheid voor deze resultaten”, verklaarde hij. Sunak kondigde zijn voornemen aan om af te treden als leider van de Conservatieve Partij, maar niet onmiddellijk, waardoor er tijd was voor een formeel proces om zijn opvolger te kiezen.
De verkiezingen markeerden ook een persoonlijke triomf voor Nigel Farage, die bij zijn achtste poging uiteindelijk een parlementszetel won als vertegenwoordiger van Clacton-on-Sea. Farage noemde de prestaties van zijn partij “buitengewoon” en beloofde wat hij ziet als een “enorme leegte binnen centrumrechts” op te vullen.
In termen van regionale ontwikkelingen werd Sinn Féin voor het eerst de grootste Noord-Ierse partij in het Britse parlement, met behoud van zeven zetels, terwijl de Democratic Unionist Party (DUP) terugviel naar vier. In Schotland verloor de SNP haar dominantie en daalde van 48 zetels in 2019 naar slechts 8, en boekte de Labour Party aanzienlijke winst. In Wales verloren de Conservatieven alle vertegenwoordiging en domineerde Labour de resultaten.
Nu Groot-Brittannië onder leiding van Starmer dit nieuwe politieke tijdperk ingaat, staat het land voor grote uitdagingen. De nieuwe regering moet zich bezighouden met economische problemen en sociaal beleid, en, misschien wel het allerbelangrijkste, werken aan het herstel van het vertrouwen van het publiek in het politieke systeem. De omvang van de overwinning van Labour duidt op een sterk mandaat voor verandering, maar de echte test ligt in het vertalen van dit electorale succes in effectief bestuur in de komende jaren.