Verwacht wordt dat de Raad een besluit zal aannemen om haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven op te nemen als strafbare feiten in de zin van Artikel 83, lid 1, VWEU (de zogenaamde “EU-misdaden”) tegen het einde van de huidige zittingsperiode, geeft het Parlement in het donderdag aangenomen rapport aan met 397 stemmen voor, 121 tegen en 26 onthoudingen. Dit zijn bijzonder ernstige misdrijven met een grensoverschrijdende dimensie, waarvoor het Parlement en de Raad minimumregels kunnen vaststellen om strafbare feiten en sancties te definiëren.
Er is behoefte aan een uniforme aanpak van de bestrijding van haat
De leden van het Europees Parlement streven naar universele bescherming voor iedereen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan specifieke individuen en kwetsbare groepen en gemeenschappen. Momenteel wordt in het strafrecht van de lidstaten op verschillende manieren met haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven omgegaan, terwijl de EU-brede regels alleen van toepassing zijn wanneer dergelijke uitingen en haatmisdrijven misdaden worden gepleegd op basis van ras, huidskleur, religie, afkomst of nationale of etnische afkomst.
Geconfronteerd met de toenemende haat in Europa zijn er twee jaar verstreken sinds het overeenkomstige voorstel van de Commissie werd gepresenteerd, en de Raad heeft er geen vooruitgang in geboekt. De afgevaardigden eisen de “overbruggingsclausules» te gebruiken om de obstakels te overwinnen die de noodzaak van unanimiteit met zich meebrengt.
Denk aan de omstandigheden waarmee slachtoffers worden geconfronteerd
Het Parlement verzoekt de Commissie een « open » aanpak te overwegen, waarbij gronden voor discriminatie niet beperkt zijn tot een gesloten lijst, om ervoor te zorgen dat de regels ook betrekking hebben op incidenten die worden ingegeven door een nieuwe en veranderende sociale dynamiek. Het benadrukt dat de vrijheid van meningsuiting, hoe cruciaal deze ook is, niet mag worden uitgebuit als schild tegen haat en benadrukt dat misbruik van het internet en het bedrijfsmodel van sociale-mediaplatforms bijdraagt aan de verspreiding en versterking van haatzaaiende uitlatingen.
De leden van het Europees Parlement roepen ook op om bijzondere aandacht te besteden aan minderjarigen, vooral als het gaat om intimidatie op school en cyberpesten, en roepen op tot een solide raamwerk voor slachtoffers, met een intersectionele aanpak, training voor relevante professionals en maatregelen die veilige toegang tot de rechter garanderen, en gespecialiseerde ondersteuning. en reparaties, evenals een veilige omgeving om de rapportage van incidenten te vergroten.
Citaat
Rapporteur Maite PAGAZAURTUNDÚA (Renew, Spanje) merkte op: “Naast het ontbreken van een alomvattend Europees juridisch kader om haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven te bestrijden, worden we geconfronteerd met een nieuwe sociale dynamiek, waardoor de normalisering van haat zich zeer snel ontwikkelt. We moeten onszelf als samenleving beschermen en degenen beschermen die worden aangevallen, vervolgd en lastiggevallen, terwijl we reageren op radicale netwerken en extreme polarisatie die een vruchtbare voedingsbodem bieden voor gedrag dat fundamentele rechten schendt. Wij roepen de Raad op om eindelijk groen licht te geven voor wetgeving tegen haatmisdrijven en haatzaaiende uitlatingen op EU-niveau, waarbij altijd het evenredigheidsbeginsel wordt gerespecteerd en de vrijheid van meningsuiting van de burgers wordt gegarandeerd. »
Oorspronkelijk gepubliceerd in The European Times.