In een uitgebreide analyse van de sociale actie van religieuze minderheden in Spanje publiceren academici Sebastián Mora Rosado, Guillermo Fernández Maillo, José Antonio López-Ruiz en Agustín Blanco Martín hun onthullende bevindingen in deel 3, nummer 2 van “Vragen over het pluralisme” voor de tweede helft van 2023.
Het artikel benadrukt dat de Europese samenleving een diepgaande transformatie van haar religieuze ervaring heeft ondergaan, ondanks de voorspellingen van de secularisatiesociologieën die de verdwijning ervan voorspelden. In deze context wordt Spanje geconfronteerd met unieke uitdagingen, gekenmerkt door een aanhoudende neiging om religieuze diversiteit onzichtbaar te maken. Volgens Díez de Velasco (2013) bestaat er een diepgewortelde perceptie die religieuze diversiteit koppelt aan vreemdheid en katholicisme aan Spaans-zijn.
Het onderzoek, ondersteund door de Stichting Pluralisme en Coëxistentie, richt zich op het gebrek aan publieke kennis over de sociale actie van niet-katholieke religieuze denominaties in Spanje. Ook al zijn er enkele deelstudies uitgevoerd, het onderzoek profileert zich als een baanbrekend initiatief door een completer beeld te geven van deze sociale realiteit.
Als onderdeel van het onderzoek werd de deelname van religies zoals boeddhistische, evangelische, Het Bahá’í-geloof, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, Scientology Kerk, Joden, moslims, orthodoxen, Jehova’s Getuigen en Sikhs worden uitgelicht. De aanpak omvat zowel kwantitatieve als kwalitatieve analyses om de sociale actie van deze religies ‘in kaart te brengen’, waarbij middelen, percepties en intrinsieke waarden worden onderzocht.
Een van de belangrijkste conclusies is de lage zichtbaarheid van deze sociale acties in vergelijking met andere landen die soortgelijke analyses hebben uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat deze kerkgenootschappen hun maatschappelijk werk over het algemeen op lokaal niveau uitvoeren, met kleine structuren en een sterke betrokkenheid van vrijwilligers. Bovendien komt de financiering voornamelijk uit eigen middelen, met beperkte steun van de publieke of private sector.
Het artikel benadrukt ook de complexiteit van de relaties tussen deze religies en het openbaar bestuur. Hoewel sommige religies specifieke erkenning wensen als religieuze entiteiten op het gebied van sociale actie, zou dit uitdagingen kunnen opleveren in termen van secularisme en gewetensvrijheid, en in tegenspraak kunnen zijn met de beginselen van gelijkheid bij de toekenning van openbare diensten.
De studie benadrukt het belang van georganiseerde sociale actie, gericht op basisbijstandsprogramma’s en sociale promotieacties. Het benadrukt ook het unieke karakter van de interne steun die deze religies aan hun eigen volgers bieden, terwijl een open betrokkenheid behouden blijft met degenen die hun overtuigingen niet delen.
Een van de problemen die in het onderzoek opdoemen is de perceptie dat deze sociale acties gemotiveerd kunnen zijn door bekering. Deelnemers aan de focusgroepen benadrukken echter de scheiding tussen sociale actie en bekering, en benadrukken het belang van het voorzien in spirituele behoeften zonder zich bezig te houden met invasieve praktijken.
Tenslotte benadrukken de auteurs de noodzaak om de onzichtbaarheid van deze religieuze geloofsovertuigingen om te keren en hun samenwerking met andere publieke en sociale actie-entiteiten uit de derde sector aan te moedigen. Zij zijn van mening dat sociale actie de bevoorrechte ruimte kan zijn om de publieke en sociale dimensie van deze religieuze tradities te laten zien, en zo bij te dragen aan de opbouw van een post-seculiere, plurale en democratische samenleving. Deze taak, hoewel zwaar, wordt gezien als essentieel voor het opbouwen van een samenleving waarin religieuze diversiteit een echt ‘reservoir van betekenis’ voor burgerschap is.
Oorspronkelijk gepubliceerd in The European Times.