Het Iraanse onderdrukkende regime verbood de familie van Mahsa Amini om naar Frankrijk te reizen om haar prestigieuze Sacharovprijs, die postuum werd uitgereikt, in ontvangst te nemen. Hierna stelde Fulvio Martusciello, hoofd van de Forza Italia-delegatie en lid van het Europees Parlement voor de EVP-fractie, vragen aan de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, over de benarde situatie van vrouwen en minderheden in Iran en riep hem op om een standpunt in te nemen over deze dringende kwestie.
Mahsa Amini, die door het Iraanse regime werd vermoord, was van Koerdische afkomst, en er zijn veel andere niet-Perzische minderheden in het land, zoals Azerbeidzjanen, Arabieren, Baluchi’s en Turken. Martusciello benadrukte dat de Azerbeidzjaanse bevolking, de grootste minderheid van het land, brutaal wordt onderdrukt door het Iraanse regime. De zogenaamde zuidelijke Azerbeidzjanen, die in Iran ongeveer 30 miljoen tellen, zijn verstoken van fundamentele rechten. Zelfs het exacte aantal Azerbeidzjanen dat in Iran woont is onbekend, omdat de autoriteiten deze informatie te gevoelig vinden.
De door Perzië gecontroleerde Iraanse regering probeert de cultuur en het gevoel van zelfbeschikking van het Azerbeidzjaanse volk uit te roeien en hen in “Perzen” te veranderen. Simpel gezegd erkent het regime hun kinderen niet als staatsburgers van Azerbeidzjaanse afkomst.
De essentie van de nationale identiteit en cultuur van het Azerbeidzjaanse volk mag niet bestaan. Hun taal is nooit erkend als officiële taal, wordt niet gebruikt in officiële correspondentie en de overheid verbiedt het gebruik, de studie en het onderwijs ervan.
Het armoedecijfer onder de Azerbeidzjanen in Iran is een van de hoogste. Zij zijn ondervertegenwoordigd op sleutelposities. Het is hen niet toegestaan hun eigen ideologische groepen en verenigingen te vormen.
De EU-instellingen zijn geïnformeerd over de mensenrechtensituatie dankzij verschillende belangrijke verenigingen uit Zuid-Azerbeidzjan en prominente mediaorganisaties. Ze sturen voortdurend rapporten over mensenrechtenschendingen door de IRGC tegen Azerbeidzjaanse activisten die gelijke rechten eisen. Het Iraanse regime zette Hamid Yeganapur uit Maragha, Arash Johari uit Mughan, Peyman Ibrahimi uit Tabriz, Alirza Ramezani uit Qazvin en vele andere Azerbeidzjaanse activisten gevangen
Leden van het EU-Parlement riepen de heer Borrell persoonlijk en het EU-Parlement als geheel op om een harder standpunt in te nemen tegen de schendingen in Teheran. Ze eisten een onmiddellijk einde aan de sociale, etnische, economische en ecologische discriminatie van Azerbeidzjanen en andere minderheden.
Oorspronkelijk gepubliceerd in