Op 16 oktober 2023 staat in een rapport van Massimo Introvigne voor BitterWinter.orgwordt een belangrijke rechtszaak waarbij de Spaanse Jehovah’s Getuigen en de krant “El Mundo” betrokken zijn, uitgelicht.
De rechtszaak draait om een artikel dat op 21 november 2022 door “El Mundo” werd gepubliceerd. Het artikel was gebaseerd op informatie van de Vereniging van Slachtoffers van de Jehovah’s Getuigen, een organisatie die tegen de groep is.
Op 2 oktober heeft het Gerecht van Eerste Aanleg nr. 1 van Torrejón de Ardoz, Spanje, heeft een beslissing genomen in het voordeel van de Jehovah’s Getuigen (Regeling 287/2023). Het heeft “El Mundo” opdracht gegeven een recht op reactie van de religieuze groepering te publiceren. De rechtbank erkende dat de krant kritiekloos informatie van een ontevreden voormalige vereniging van Getuigen had aanvaard en verspreid.
Bovendien verwierp de rechtbank het argument van de krant dat de Vereniging van Slachtoffers van Jehovah’s Getuigen als enige verantwoordelijk was voor de inhoud van het artikel en gaf opdracht dat “El Mundo” de proceskosten zou dekken.
Belangrijk is dat de uitspraak van de rechtbank verder ging dan het verlenen van het recht aan de Jehovah’s Getuigen om te reageren. Ook werd zorgvuldig onderzoek gedaan naar de juistheid van de beschuldigingen van de Vereniging van Slachtoffers van Jehovah’s Getuigen. De rechtbank oordeelde dat deze beschuldigingen de reputatie van de organisatie konden schaden en oordeelde dat ze in veel gevallen niet helemaal juist waren.
De rechtbank benadrukte dat de titel van het artikel, waarin de term ‘sekte’ (‘secta’ in het Spaans) voorkomt, voor welke religie dan ook een negatieve connotatie heeft. De rechtbank oordeelde dat de claims afkomstig van de Vereniging van Slachtoffers van Jehova’s Getuigen, zoals het bestempelen van de Jehova’s Getuigen als een ‘sekte’ met ‘cultische praktijken’, bewerend dat dit leidt tot ‘sociale dood’, en beweren dat het ‘dwingt’ leden die geen aangifte deden van misdaden, veroorzaakten allemaal onmiskenbare schade aan de religieuze vereniging.
Bovendien heeft de rechtbank de juistheid van de beweringen in het artikel onderzocht. Het wees erop dat het juridisch onjuist was om de Jehova’s Christelijke Getuigen een ‘sekte’ te noemen, aangezien de organisatie een geregistreerde religieuze denominatie in Spanje was, net als vele andere. De rechtbank constateerde ook onjuistheden in de verwijzingen in het artikel naar vermeend seksueel misbruik binnen de religieuze groepering.
De rechtbank stelde dat er geen definitief bewijs was van enige veroordeling tegen de religieuze entiteit als geheel in verband met beschuldigingen van seksueel misbruik, waardoor dergelijke beweringen onnauwkeurig zijn. Bovendien merkte de rechtbank op dat het artikel op ongepaste wijze de collectieve verantwoordelijkheid voor vermeend seksueel misbruik aan de religieuze groepering toewees, in plaats van zich te concentreren op individuele gevallen.
De rechtbank behandelde ook beschuldigingen met betrekking tot de praktijk van uitsluiting of mijden door de Jehova’s Getuigen. Zij constateerde dat de beschrijving van deze praktijken door de Vereniging van Slachtoffers van Jehovah’s Getuigen niet overtuigend onderbouwd was. De rechtbank oordeelde dat de bewering dat leden alleen met andere trouwe leden moeten omgaan, onjuist was.
De rechtbank verwierp ook de beweringen in het artikel dat de Jehovah’s Getuigen ‘dubbele maatstaven hanteren en dat een aanzienlijk aantal van hun ouderen ‘overspeligen of pedofielen’ zijn. Het oordeelde dat deze beschuldigingen ongegrond waren en beschouwde ze als zeer schadelijk voor de reputatie van de religieuze organisatie.
Concluderend bracht de uitspraak van de rechtbank de verspreiding van valse informatie door de Vereniging van Slachtoffers van Jehovah’s Getuigen en de onkritische berichtgeving van deze beweringen door “El Mundo” aan het licht. De rechtbank benadrukte het belang van het juridisch bestraffen van onjuiste of valse feiten die meningen ondersteunen, in plaats van alleen maar meningen te weerleggen of te censureren.
Bovendien benadrukte de rechtbank dat mediakanalen een verantwoordelijkheid hebben voor de inhoud die zij delen, zelfs als deze gebaseerd is op aantijgingen van partijen. Deze uitspraak versterkt het belang voor mediaorganisaties om de juistheid van informatie te verifiëren voordat deze wordt gepubliceerd en om onderscheid te maken tussen berichtgeving en persoonlijke meningen.
Deze zaak is een waarschuwing aan mediaorganisaties met betrekking tot de verspreiding van informatie van zelfbenoemde ‘sekte-experts’ (in dit geval Carlos Bardavio (RedUNE-FECRIS), die voor propagandistische doeleinden vaak wordt voorgesteld als ‘de grootste expert op het gebied van sekten in Spanje’) en voormalige leden die afstand hebben genomen van hun geloof. Het benadrukt ook het belang van het respecteren van het recht van een gemeenschap om te reageren op lasterlijke artikelen.
Deze juridische overwinning herinnert de media eraan om hun verantwoordelijkheid te nemen om nauwkeurigheid en eerlijkheid in hun berichtgeving te garanderen.
Als Introvigne schreef zichzelf:
Oorspronkelijk gepubliceerd in The European Times.