Straatsburg – Een christelijke hybride schoolaanbieder gevestigd in Laichingen, Duitsland, vecht tegen het repressieve onderwijssysteem van de Duitse staat. Na de eerste aanvraag in 2014 zeiden de Duitse autoriteiten dat de Association for Decentralized Learning geen basis- en secundair onderwijs kon geven, ook al voldeed aan alle door de staat opgelegde vereisten en curricula. De school van de Vereniging is gebaseerd op een nieuwe en steeds populairdere vorm van onderwijs die leren op school en thuis combineert.
Op 2 mei hebben advocaten van ADF International, een mensenrechtenorganisatie, de zaak voorgelegd aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
- Duitse hybride school – innovatief leermodel in de klas en thuis – daagt Europees Hof voor de Rechten van de Mens uit nadat accreditatie is geweigerd
- Duitsland heeft een van de meest restrictieve onderwijssystemen ter wereld; lagere rechtbank noemt gebrek aan socialisatie voor studenten
Dr. Felix Bollmann, de directeur van European Advocacy voor ADF International en de advocaat die de zaak voorlegde aan het EHRM, verklaarde het volgende:
De vereniging diende haar eerste aanvraag voor accreditatie in 2014 in, maar de onderwijsautoriteiten van de staat negeerden deze drie jaar lang. Vanwege het uitblijven van actie hebben ze in 2017 een rechtszaak aangespannen, waarbij de eerste hoorzitting pas in 2019 plaatsvond, het beroep in 2021 en de rechtbank van derde aanleg in mei 2022. In december 2022 verwierp het Hooggerechtshof het laatste binnenlandse beroep.
Hybride onderwijs, succesvol en populair, maar toch beperkt
De Association for Decentralized Learning heeft de afgelopen negen jaar in feite een onafhankelijke hybride school gerund, waarbij klassikaal onderwijs wordt gecombineerd met digitale online lessen en zelfstudie thuis. De instelling heeft door de staat erkende instructeurs in dienst en houdt zich aan een vooraf bepaald curriculum. Studenten studeren af met dezelfde examens als die op openbare scholen en behalen gemiddelde punten boven het nationale gemiddelde.
Jonathan Erz, hoofd van de vereniging voor gedecentraliseerd leren, verklaarde:
De Vereniging was niet in staat om nieuwe instellingen op te richten. Vanwege het hybride karakter van de school erkenden de administratieve rechtbanken het bevredigende opleidingsniveau, maar bekritiseerden ze het model omdat studenten tijdens pauzes en tussen sessies weinig tijd met elkaar doorbrengen. Volgens nationale rechtbanken is dit een cruciale onderwijscomponent die bij hybride instellingen ontbreekt.
De onderwijsbeperkingen van Duitsland zijn in strijd met het internationale recht en het nationale recht
Duitsland, met een verbod op thuisonderwijs en strenge onderwijsbeperkingen, schendt het recht op onderwijsvrijheid zoals vastgelegd in zijn eigen grondwet en in internationaal recht. Het internationale recht erkent specifiek de vrijheid van organen, zoals de Associatie, om zonder inmenging onderwijsinstellingen op te richten en te leiden, onder voorbehoud van « de eis dat het onderwijs dat in dergelijke instellingen wordt gegeven, zal voldoen aan de minimumnormen die door de staat kunnen worden vastgesteld ». (Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, artikel 13.4)
Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, artikel 13.3 zegt dat regeringen verplicht zijn om te respecteren:
Met betrekking tot de wet verklaarde Dr. Böllmann:
De Duitse basiswet (Artikel 7 van de grondwet) garandeert het recht om privéscholen op te richten, maar de interpretatie van de nationale rechtbanken maakt dit recht onwerkzaam. Advocaten van ADF International stellen dat dit op zijn beurt een schending is van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. “Keer op keer heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens duidelijk gemaakt dat de Conventierechten praktisch en effectief moeten zijn”, aldus de persverklaring van ADF Internationaal.