Dhr. Jenča benadrukte dat woorden op papier omzetten in daden op het terrein is bijzonder belangrijk gezien de huidige complexiteit van de situatie in Oekraïne en de implicaties ervan voor de toekomst van de Europese veiligheidsarchitectuur « en de internationale orde zelf ».
Staakt het vuren op papier
De Minsk-akkoorden – ook bekend als de Minsk II-overeenkomst – werden in februari 2015 ondertekend door vertegenwoordigers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), Rusland, Oekraïne en de zelfverklaarde Volksrepubliek Donetsk en de Volksrepubliek Loehansk.
De overeenkomst een reeks politieke en militaire stappen uiteengezet om de gevechten te beëindigen tussen regeringstroepen en separatisten in Oost-Oekraïne.
De akkoorden van Minsk verplichten onder meer de ondertekenaars tot een onmiddellijk en alomvattend staakt-het-vuren in bepaalde delen van de regio’s Donetsk en Luhansk – een element waarvan algemeen wordt aangenomen dat het nooit van kracht is geworden.
De Veiligheidsraad heeft van oudsher jaarlijks bijeengekomen op de verjaardag van de ondertekening van de akkoorden van Minsk.
Geen formele VN-rol
Dhr. Jenča herinnerde de Veiligheidsraad er vrijdag aan de VN hebben geen formele rol gespeeld in enig mechanisme dat verband houdt met het vredesproces in Oekraïne, gedurende de afgelopen acht jaar.
Het was niet uitgenodigd om deel te nemen aan de verschillende onderhandelingen in Minsk, of aan de overeenkomsten van 2014 en 2015 zelf, en het was niet betrokken bij de uitvoeringsinspanningen onder leiding van de trilaterale contactgroep van de OVSE, bestaande uit vertegenwoordigers van drie partijen.
Echter, de VN heeft consequent de uitvoering ervan ondersteundonder meer door de unanieme goedkeuring door de Veiligheidsraad van resolutie 2202 (2015) op 17 februari 2015.
De organisatie heeft ook, waar gevraagd en passend, ondersteuning geboden en deskundige ondersteuning geboden aan de inmiddels ter ziele gegane speciale waarnemingsmissie van de OVSE in Oost-Oekraïne.
Tegelijkertijd, zei de heer Jenča, staan de VN standvastig in hun principiële steun voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen haar internationaal erkende grenzen.
‘Diepe schok en teleurstelling’
Ook briefing aan de Raad was Martin Sajdik, die als speciale vertegenwoordiger van de OVSE diende voor de onderhandelingen in Minsk van 2015 tot 2019.
Afgezien van Minsk II gaf hij een overzicht van andere diplomatieke stappen en tegenslagen tijdens zijn ambtsperiode, en was het ermee eens dat veel bepalingen misten de politieke wil die nodig was werkelijkheid worden op de grond.
Hij benadrukte de focus van de OVSE op de veiligheid en behoeften van burgers aan beide zijden van de contactlijn en zei dat het aantal burgerslachtoffers aanzienlijk was gedaald in de jaren vóór het uitbreken van de gevechten.
Naast andere successen waren het waterbeheer en de omstandigheden bij de grensovergangen in 2019 verbeterd, een jaar waarin – voor het eerst sinds het begin van de gevechten in 2014 – geen enkel kind omkwam als gevolg van de vijandelijkheden.
Tegen de achtergrond van die zwaarbevochten verworvenheden sprak dhr. Sajdik zijn « diepe schok en teleurstelling » uit over het toenemende geweld dat Oekraïne sinds 2022 op zijn kop heeft gezet.