De beklaagden zijn een bedrijf dat actief is op het gebied van luchtfiltering en industriële ventilatie, samen met twee van haar directeuren en drie stakeholders van samenspannende bedrijven. Ze worden ervan beschuldigd opzettelijk de prijzen te hebben verhoogd van robotapparatuur die wordt gebruikt om luchtfilters te maken, die is gekocht met middelen uit het operationeel programma 2014-2020 voor de structuur- en investeringsfondsen van de EU, toegekend door het Innovatieagentschap Litouwen, waarmee ze tot € 580.000 illegaal hebben verkregen .
Om het criminele plan op te sporen, analyseerden de onderzoekers een keten van fictieve financiële transacties ter waarde van € 1,2 miljoen, evenals correspondentie en contacten met bedrijven in Frankrijk, Duitsland, Zweden, Zwitserland, Taiwan en Kalkoenin een onderzoek waarbij ook de Financial Crime Investigation Service van Litouwen betrokken was.
Volgens het onderzoek organiseerden de beklaagden de aankoop van EU-gefinancierde apparatuur van buitenlandse leveranciers en gesimuleerde aanbestedingen die de prijs aanzienlijk opdreven in vergelijking met wat werkelijk werd betaald. Ze worden ook beschuldigd van frauduleuze boekhouding en van vervalsing van documenten, om Innovation Agency Lithuania te misleiden.
In maart 2021 had het bureau ongeveer € 580.000 aan het bedrijf overgemaakt om de ogenschijnlijk gemaakte kosten te dekken.
Alle verdachten hebben toegegeven de misdaden te hebben begaan waarvan zij worden beschuldigd. Het bedrijf betaalde ook vóór het proces het onrechtmatig ontvangen bedrag volledig terug.
Voor de zwaarste misdrijven die in deze strafzaak ten laste worden gelegd, voorziet het wetboek van strafrecht van Litouwen, naast andere alternatieve straffen, in een gevangenisstraf van maximaal 8 jaar en een boete van maximaal 100 000 MSL (bedrag van het bestaansminimum) van toepassing op bedrijven (€ 4,9 miljoen).