Toen de Heer Jeruzalem voor de laatste keer binnenging, kwamen de mensen naar buiten om Hem te ontmoeten. Talloze ogen keken Hem verwonderd aan en talloze monden riepen uit: Hosanna! Hosanna voor de zoon van David! Gezegend is de Koning van Israël!
1 De Farizeeën hoorden dit en zeiden, verblind door afgunst, tegen Hem dat hij de mensen moest verbieden te schreeuwen. De zachtmoedige Heer antwoordde hen: Als deze zwijgen, zullen de stenen het uitschreeuwen.
2 Nu, negentien eeuwen na deze gebeurtenis, vraag je wat deze stenen zijn en hoe de stenen kunnen schreeuwen.
Heb je niet gelezen hoe de Joden na vijf dagen echt stil waren en hoe de stenen riepen dat Christus de Zoon van God is? Toen Hij op Goede Vrijdag zijn laatste adem uitblies, beefde de aarde en spleten de rotsen open.
3 De stenen kraakten en verbrijzelden met een brul. Dit is hun taal. Zou er luidere taal en angstiger geschreeuw kunnen zijn? En een duidelijker getuigenis van de gezegende Koning, die neerdaalde onder de mensen, en die de dwazen verwierpen en ter dood brachten?
Er zijn nog andere stenen getuigen. Toen de Joden zwegen, riepen de heidenen: « Hosanna! » De Joden beschouwden de heidenen als dode stenen. In spirituele zin waren zij, de aanbidders van stenen afgoden, inderdaad als stenen, zonder de Ene Levende God te kennen. De Joden zwegen over de Zoon van God en de apostelen gingen de wereld rond om de heidense volken te dopen. En deze naties werden als levende stenen, volgens de woorden van Ap. Petrus: bouwt u zelf, als levende stenen, een geestelijk huis voor uzelf… (1 Petr. 2:5). Als levende stenen begonnen de heidenen de Heer te loven, terwijl de Joden versteend en stil waren.
Derde getuigenstenen. Toen ze de monden van de Joden het zwijgen oplegden, huilden ze de stenen van Salomo’s tempel. En ze huilen tot op de dag van vandaag. Want de profetie over deze tempel is in vervulling gegaan: hier blijft geen steen over. 4 De tempel van Salomo, de trots en glorie van Israël, bestaat vandaag niet meer. Er zijn nog maar een paar muren van over, zodat de zonen en dochters van het Israëlitische volk er elke sabbat hun hoofd in kunnen slaan, in deze « klaagmuur », met gehuil en snikken. Deze stenen overblijfselen getuigen met hun stilte als een boodschapper van het slagveld van de verloren strijd.
Vierde stenen getuigen. De Joden hebben lang gezwegen over Christus. Ze verheugen zich niet in Hem, prijzen Hem niet en roepen niet « Hosanna! » naar hem. Daarom heeft de beledigde God hun enige tempel en de offers daarin veracht en aan de ondergang overgegeven. Maar honderdduizenden stenen tempels zijn over de hele wereld gebouwd ter ere van Christus. En hun stenen getuigen en roepen uit waar de Joden over zwijgen.
Vijf getuigenstenen. Dit zijn degenen die nog niet hebben gehuild, maar zullen huilen voor het einde van de wereld, voor de wederkomst van de Heer. Over het einde van de wereld heeft de Meest Ziener voorspeld: en er zullen aardbevingen zijn … en de zon zal verduisterd worden, en de maan zal haar licht niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen. 5 Wat zijn de aarde en de zon, de maan en de sterren, zo niet stenen? In hun eigen taal en op hun eigen manier zullen deze vurige stenen huilen op de afgesproken tijd. Wanneer dan vele valse profeten opstaan en de ongerechtigheid toeneemt, en de liefde van velen voor God verkilt. Kortom, wanneer, samen met de Joden, veel christenen zwijgen. Dan zullen de hemellichamen, deze vurige stenen van God, het in hun eigen taal en op hun eigen manier uitroepen. En ze zullen de komst van de Rechter aankondigen, zoals ooit de oostelijke ster de geboorte van de Heiland aankondigde.
Vrede zij u en gezondheid van God!
Opmerkingen:
1. Vgl. Mat. 21:9.
2. Lukas. 19:40.
3. Vgl. Mat. 27:51.
4. Matth. 24:2.
5. Matth. 24:7; 24:29.