Het eerste gedeelte van deze Focus concentreert zich op de administratieve gegevens van de POD MI in verband met de strijd tegen dakloosheid en thuisloosheid. Hij haalt de verschillende beschikbare voorzieningen aan die steun bieden voor personen zonder verblijfplaats, zoals het referentieadres, dat ervoor zorgt dat een dakloze maatschappelijk steun ontvangt door het gebruik van een administratief adres. In 2023 gebruikten 26.144 personen een referentieadres, waarvan 54,4 % waren ingeschreven bij de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW’s). Het leefloon dat aan 100 % gesubsidieerd wordt, is een andere maatregel die de OCMW’s ertoe aanzet om een woning te vinden, als hoofdverblijfplaats, voor personen in een situatie van dakloosheid. In 2023 hebben 7.623 daklozen hier gebruik van gemaakt. Het rapport benadrukt eveneens het belang van de installatiepremies, die ingevoerd zijn om daklozen te helpen om zich in een stabiele woning te vestigen. In 2023 hebben 14.365 personen deze premies ontvangen.
Hoeveel daklozen in België, volgens het rapport?
Het tweede gedeelte van de Focus stelt een raming voor van het aantal daklozen op nationale schaal. Deze extrapolatieoefening van de POD MI werd mogelijk gemaakt dankzij een methodologie die reeds werd uitgeprobeerd in andere analyses[1] en dankzij het delen van gegevens van tellingen uitgevoerd door de universitaire teams van het Centre LUKAS van de KU Leuven, van CIRTES van de UCLouvain en van Bruss’help.
Door deze gegevens te combineren met administratieve informatie, zoals het aantal referentieadressen en installatiepremies stelt het rapport een betrouwbare schatting op van het aantal daklozen: het zijn er minstens 32.000 in België. Dit cijfer stijgt tot 37.500 wanneer we de personen toevoegen met een risico op uitzetting en tenslotte tot 48.000 wanneer we daar nog de kinderen aan toevoegen. Het is belangrijk om te onthouden dat dit cijfer van 48.000 daklozen waarschijnlijk nog steeds een onderschatting is van de werkelijke huidige situatie.
Tien jaar “Housing First” in België: een positieve balans
Het derde gedeelte van de Focus wordt besteed aan de invoering van het model “Housing First” in België[2], een aanpak die zijn efficiëntie in de strijd tegen dakloosheid heeft aangetoond. Dit model steunt op de idee dat de eerste stap om personen zonder verblijfplaats te integreren is hen een stabiele en permanente woning te bieden, ongeacht andere sociale of gezondheidsproblemen. Het rapport benadrukt de successen van de laatste tien jaar, met een aanzienlijke toename van het aantal voorzieningen Housing First. Momenteel zijn er 47 projecten, waarvan 18 in Vlaanderen, 18 in Wallonië en 11 in Brussel. Momenteel hebben meer dan 2.220 personen een stabiliteit kunnen vinden wat huisvesting betreft. Bovendien nemen momenteel een tiental programma’s gezinnen met kinderen ten laste. Dat zijn er 43, met in totaal 67 minderjarigen.
De projecten hebben aangetoond dat de begunstigden Housing First meer kansen hadden om een stabiele woning te behouden op lange termijn, wat de efficiëntie aantoont van deze strategie in vergelijking met de traditionele benaderingen.
Besluit
De publicatie van Focus nr. 36 benadrukt het belang van een gecoördineerde en geïntegreerde benadering om dakloosheid in België te bestrijden. De behaalde resultaten, meer bepaald met het model Housing First, tonen de efficiëntie aan van een benadering die gericht is op huisvesting als basis voor maatschappelijke inschakeling. Het rapport roept op tot meer samenwerking tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsniveaus om het noodzakelijke beleid in te voeren. Het is noodzakelijk om deze inspanningen voort te zetten om ervoor te zorgen dat iedereen toegang heeft tot veilige en stabiele huisvesting. Het belang van het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende publieke entiteiten (nationaal en Europees) wordt eveneens benadrukt, om de preventie en de bestrijding van dakloosheid te verbeteren.
Voor meer informatie kan u Focus nr. 36 raadplegen of per mail contact opnemen via press@mi-is.be.