Op 19 mei 2021 heeft de NPCGZ een collectieve overeenkomst afgesloten over de minimale voorwaarden die moeten opgenomen worden in de opleidingsovereenkomsten die met artsenspecialisten in opleiding worden afgesloten. Hierbij werd bepaald dat de ondertekenende partijen de overeenkomst na twee jaar zouden evalueren.
Op 21 december 2023 werd een akkoord bereikt binnen de NPCAZ over een aantal bepalingen die de collectieve overeenkomst van 19 mei 2021 aanvullen of wijzigen met het oog op enerzijds een betere sociale bescherming van de artsenspecialisten in opleiding en anderzijds het wegwerken van een reeks juridische interpretatieproblemen.
De belangrijkste maatregelen in het akkoord zijn:
- het onderwerpen van een reeks vergoedingen aan een indexatiemechanisme (de basisvergoeding werd al geïndexeerd)
- maandelijkse uitbetaling van de prestaties boven 60 uur per week (naast de basisvergoeding voor de eerste 48 uur/week en de vergoedingen voor oncomfortabele uren die reeds maandelijks werden uitbetaald)
- het principe van ‘gezond roosteren’ wordt ingevoerd met bepaalde maxima
- een cumul tussen vergoedingen voor opt-out uren en oncomfortabele uren wordt mogelijk
- een vergoeding voor prestaties tijdens oproepbare wachten die niet in het ziekenhuis worden gepresteerd
- verhoging van vergoedingen voor oncomfortabele uren en van de onkostenvergoeding
- 2 extra vakantiedagen
- de sociale vrede wordt 4 jaar gegarandeerd (geen nieuwe financiële eisen)
De ministerraad keurt het ontwerp van koninklijk besluit goed en beslist dat de collectieve overeenkomst algemeen bindend wordt vanaf 1april 2024.
Het ontwerp van koninklijk besluit wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.