Het antwoord wordt gegeven door de Kerkvaders, tot wie wij ons altijd wenden en in wie wij het antwoord vinden, ongeacht wanneer zij leefden.
St. Simeon van Thessaloniki spreekt over zes dingen die de kaars symboliseert, verwijzend naar de zuivere kaars, namelijk. – de wasachtige. Hij zegt dat ze het volgende afbeeldt:
1) de zuiverheid van onze ziel,
2) de flexibiliteit van onze ziel, die we moeten vormgeven volgens de evangelische geboden,
3) de geur van Gods genade, die uit elke ziel zou moeten komen, zoals de zoete geur van een kaars,
4) zoals wanneer de echte was in de kaars zich vermengt met het vuur, het verbrandt en voedt, zo bereikt de ziel, verbrand door Gods liefde, geleidelijk de vergoddelijking,
5) Christus’ licht,
6) de liefde en vrede die in de christen heersen en een wegwijzer voor anderen worden.
St. Nicodemus van Athos spreekt ook over zes symbolen en redenen waarom we kaarsen aansteken:
1) om God te verheerlijken die Licht is: “Ik ben het Licht van de wereld” (Johannes 8:12),
2) om de duisternis van de nacht te verdrijven en de angst die het met zich meebrengt te verdrijven,
3) om de innerlijke vreugde van onze ziel uit te drukken,
4) om onze heiligen te eren, in navolging van de oude christenen die kaarsen aanstaken op de graven van de martelaren,
5) om onze goede daden weer te geven volgens de woorden van Christus “laat uw licht schijnen voor de mensen” (Matt. 5:16a),
6) om de zonden te vergeven van degenen die de kaarsen aansteken en van degenen voor wie ze worden aangestoken.
Er komt een vlam uit de kaars en de vlam straalt licht uit. Licht is het belangrijkste element in onze dienstverlening. Wij zijn geroepen om licht te worden zoals Hij Licht is. Tijdens de vooraf geheiligde Heilige Liturgie wendt de dienstdoende priester zich met een brandende kaars in zijn hand tot de gelovigen en zegt: “Het licht van Christus verlicht iedereen.” Tijdens het monastieke kapsel houdt de abt een brandende kaars vast en zegt opnieuw: ‘Laat uw licht schijnen voor de mensen, zodat zij uw goede daden kunnen zien en uw hemelse Vader kunnen verheerlijken.’ (Mat 5,16), maar ook aan het einde van de Heilige Liturgie zingen we “het ware licht gezien”. Onze Heer roept ons voortdurend op om Licht te worden met ons leven, met onze woorden en daden. Dit betekent dat het aansteken van kaarsen niet zomaar een routinematige of mechanische handeling mag zijn, maar een belangrijk onderdeel moet worden van onze zoektocht naar God en onze communicatie met Hem.
Foto door Zenia: https://www.pexels.com/photo/lighted-candles-11533/
Oorspronkelijk gepubliceerd in