In het hart van Afrika, waar levendige culturen en diverse gemeenschappen al eeuwenlang floreren, ontvouwt zich een stille nachtmerrie. De genocide in Amhara, een wrede en gruwelijke episode in de geschiedenis van Ethiopië, blijft grotendeels aan het internationale zicht onttrokken. Maar onder deze sluier van stilte schuilt een huiveringwekkend verhaal van ondoorgrondelijk lijden, massamoorden en etnisch geweld.
Om de genocide in Amhara echt te begrijpen, moeten we in de annalen van de geschiedenis duiken, die teruggaan tot een tijd waarin Ethiopië te maken kreeg met bedreigingen van buitenaf en pogingen tot kolonisatie. Een van de meest cruciale momenten in deze geschiedenis was de Slag bij Adwa in 1896 toen De troepen van keizer Menelik II verzetten zich met succes tegen de Italiaanse kolonisatie-inspanningen. Deze gebeurtenissen legden echter de basis voor een verontrustende erfenis van etnische spanningen en verdeeldheid.
In deze periode werden strategieën voorgesteld die gericht waren op het creëren van etnische onenigheid, met name beschreven in het boek ‘Abyssinia: The Powder Barrel’. Dit verraderlijke draaiboek probeerde het Amhara-volk af te schilderen als onderdrukkers van andere etnische groepen, met de bedoeling de zaden van verdeeldheid binnen Ethiopië te zaaien.
Snel vooruit naar vandaag, en we zijn getuige van een verontrustende heropleving van historische tactieken in Ethiopië. Elementen binnen de federale defensiemacht en de overheidsautoriteiten hebben, samen met andere daders, de term ‘Minilikawuyan’ nieuw leven ingeblazen om de Amhara-bevolking ten onrechte als onderdrukkers te bestempelen. Dit valse verhaal, aanvankelijk gesuggereerd door de Italianen in het boek “Abyssinia: The Powder Barrel” en vervolgens gepropageerd door verdeeldheid zaaiende inspanningen, is op tragische wijze misbruikt om geweld tegen onschuldige Amhara’s te rechtvaardigen.
Het is essentieel om duidelijk te maken dat Amharas geen historische verantwoordelijkheid dragen voor onderdrukkingsdaden. Dit verhaal is een verdraaiing van historische feiten en dient als voorwendsel voor het huidige geweld tegen Amhara-individuen, vaak arme boeren die in erbarmelijke omstandigheden leven.
Stel je een land voor waar gemeenschappen ooit harmonieus naast elkaar bestonden, nu verscheurd door een golf van geweld die geen genade kent. Kinderen, vrouwen en mannen zijn het slachtoffer geworden van daden van onvoorstelbare brutaliteit, hun levens zijn om geen andere reden dan hun etniciteit vernietigd.
De daders van deze genocide, aangemoedigd door een verwrongen historisch verhaal, gebruiken denigrerende termen als ‘Neftegna’, ‘Minilikawiyans’, ‘kaken’ en ‘ezels’ om het Amhara-volk te ontmenselijken en te belasteren. Dergelijke vernederende taal is een wapen geworden dat wordt gebruikt om de onuitsprekelijke wreedheden die worden begaan te rechtvaardigen.
De schokkende waarheid is dat, ondanks de omvang van deze wreedheden en het flagrante misbruik van historische verhalen om het geweld aan te wakkeren, de internationale gemeenschap er grotendeels voor heeft gekozen te zwijgen en het niet te noemen wat het is: genocide. Deze aarzeling dreigt de daders moed in te spreken en de hoop op gerechtigheid voor de slachtoffers te ondermijnen.
De wereld kent een pijnlijke geschiedenis van terughoudendheid als het gaat om ingrijpen in genocides. Rwanda en Bosnië zijn een duidelijke herinnering aan wat er gebeurt als de internationale gemeenschap er niet in slaagt resoluut op te treden. De gevolgen zijn verwoestend en leiden tot het verlies van talloze levens.
Terwijl we de verschrikkingen van de genocide in Amhara ontmaskeren, blijven we achter met een verontrustende vraag: hoe kan een genocidale regering dienen als aanklager, rechter en juridisch instrument voor haar eigen vervolging? De wereld mag niet toestaan dat deze angstaanjagende paradox voortduurt. Onmiddellijke actie is niet alleen een morele verplichting, maar ook een plicht jegens de mensheid.
Het is tijd dat de wereld de stilte rond de Amhara-genocide verbreekt. We moeten de harde en onweerlegbare waarheid onder ogen zien: wat er in Ethiopië gebeurt, is inderdaad genocide. Deze term draagt een morele imperatief met zich mee, een oproep tot actie die niet kan worden genegeerd. Het herinnert ons aan de belofte van ‘nooit meer’, een gelofte om te voorkomen dat dergelijke verschrikkingen zich opnieuw voordoen.
Om de genocide in Amhara alomvattend aan te pakken, stellen wij de oprichting van een overgangsregering in Ethiopië voor. Dit orgaan moet bestaan uit individuen die standvastig zijn in hun inzet voor rechtvaardigheid, verzoening en de bescherming van de mensenrechten. Belangrijk is dat politieke partijen die verdacht worden van betrokkenheid bij de genocide, of schuldig zijn bevonden, van alle politieke activiteiten moeten worden uitgesloten en voor de rechter moeten worden gebracht. Dit zorgt ervoor dat de schuldigen verantwoording moeten afleggen, terwijl de onschuldigen uiteindelijk hun politieke activiteiten kunnen hervatten zodra ze zijn vrijgesproken.
De genocide in Amhara dient als een sombere herinnering aan onze collectieve verantwoordelijkheid om onschuldige levens te beschermen en de herhaling van dergelijke verschrikkingen te voorkomen. Veroordeling alleen zal niet voldoende zijn; Onmiddellijke en beslissende actie is absoluut noodzakelijk.
Het Genocideverdrag: een morele noodzaak
Het Genocideverdrag, aangenomen door de Verenigde Naties in 1948, schetst de verplichting van de internationale gemeenschap om genocide te voorkomen en te bestraffen. Het definieert genocide als “daden gepleegd met de bedoeling een nationale, etnische, raciale of religieuze groep geheel of gedeeltelijk te vernietigen.” De Amhara-genocide valt ondubbelzinnig onder deze definitie.
Het stilzwijgen of de onwil van de internationale gemeenschap om het als zodanig te bestempelen is een ontmoedigende afwijking van de beginselen die zijn vastgelegd in het Genocideverdrag. De morele imperatief van de conventie is duidelijk: de wereld moet resoluut optreden om de aanhoudende wreedheden tegen het Amhara-volk te voorkomen.
Transitional Justice, zoals geschetst door de Verenigde Naties, probeert de erfenis van massale mensenrechtenschendingen aan te pakken. In het geval van de genocide in Amhara wordt het niet alleen een noodzaak, maar ook een reddingslijn voor het genezen van een diepgewonde natie.
Bij het overwegen van de weg voorwaarts Ethiopiëwordt het overduidelijk dat de huidige regering, betrokken bij het plegen van de genocide in Amhara, niet de verantwoordelijkheid kan worden toevertrouwd om deze humanitaire crisis te beëindigen, verantwoordelijkheid af te leggen aan de schuldige partijen en verzoening en vrede te bevorderen. De actoren die verantwoordelijkheid dragen voor deze gruwelijke daden kunnen niet op geloofwaardige wijze leiding geven aan een proces van transitionele gerechtigheid. Hun voortdurende aanwezigheid aan de macht vormt een onmiddellijke bedreiging voor de slachtoffers, die nog steeds in groot gevaar verkeren. Het risico op verder geweld, het tot zwijgen brengen van getuigen en gerichte moordpartijen is groot zolang de verantwoordelijken voor de genocide de controle behouden. Het concept van “quasi-compliance” komt in het spel, waar sprake kan zijn van een schijn van samenwerking met internationale inspanningen, maar de onderliggende structuren van macht en straffeloosheid blijven intact, waardoor elk proces van overgangsjustitie ineffectief wordt en mogelijk zelfs nog schadelijker voor de slachtoffers. Een werkelijk onpartijdige en alomvattende overgangsregering, evenals internationaal toezicht, zijn absoluut noodzakelijk om ervoor te zorgen dat gerechtigheid zegeviert en een duurzame vrede kan worden bereikt in Ethiopië en de wijdere regio.
Een alomvattende overgangsregering, bestaande uit onpartijdige figuren die zich inzetten voor gerechtigheid en verzoening, kan de weg vrijmaken voor deze broodnodige genezing. Het moet prioriteit geven aan:
- Waarheid: Voordat verantwoording kan worden afgelegd, moet de volledige omvang van de wreedheden en de historische context die daartoe heeft geleid, worden onthuld. Een alomvattend proces om naar de waarheid te zoeken is van cruciaal belang om het lijden van de slachtoffers te erkennen en de factoren te begrijpen die de genocide in Amhara hebben aangewakkerd.
- Verantwoordelijkheid: Daders moeten, ongeacht hun banden, voor de rechter worden gebracht. Er moet een duidelijke boodschap worden afgegeven dat straffeloosheid niet wordt getolereerd.
- Teruggave: Slachtoffers van de genocide in Amhara verdienen compensatie voor hun lijden. Dit omvat niet alleen materiële compensatie, maar ook ondersteuning voor psychologisch en emotioneel herstel.
- Verzoening: Het herstel van het vertrouwen tussen gemeenschappen, waarvan er vele door dit geweld verscheurd zijn, is van het allergrootste belang. Initiatieven die begrip en samenwerking bevorderen moeten centraal staan op de agenda van de overgangsregering.
- Erken publiekelijk de genocide in Amhara als genocide en onderstreept de noodzaak van onmiddellijke interventie.
- Verleng de steun voor de vorming van een alomvattende overgangsregering in Ethiopië, geleid door onpartijdige figuren die zich inzetten voor gerechtigheid en verzoening.
- Leg een verbod op aan alle politieke partijen die betrokken zijn bij de genocide, totdat zij zijn vrijgesproken van wangedrag.
- Bied dringende humanitaire hulp aan de slachtoffers van de genocide in Amhara, waarbij in hun onmiddellijke behoeften wordt voorzien.
- Smeed samenwerkingen met internationale partners en organisaties om ervoor te zorgen dat gerechtigheid, restitutie en verzoening effectief en duurzaam worden bereikt.
Ethiopië moet, net als de feniks, herrijzen uit de as van dit donkere hoofdstuk in zijn geschiedenis. Door ons collectief in te zetten voor gerechtigheid, verzoening en de bescherming van de mensenrechten kunnen we hopen op een toekomst waarin eenheid en vrede de boventoon voeren. Het is tijd dat de wereld gehoor geeft aan de lessen van de geschiedenis en voorkomt dat er nog een tragisch hoofdstuk wordt geschreven.
Oorspronkelijk gepubliceerd in The European Times.