Griffiths zei dat het conflict traumatisch was voor de Soedanese jeugd, daarbij verwijzend naar “zeer verontrustende” berichten dat sommige kinderen werden gebruikt in gevechten.
Het waarschuwde ook dat honderdduizenden kinderen in het land ernstig ondervoed waren en “een onmiddellijk risico op overlijden liepen” als ze niet werden behandeld. Deze kinderen waren bijzonder kwetsbaar voor ziekte-uitbraken en hadden geen toegang tot medische behandeling.
Gezondheidszorg « gedecimeerd »
Maar liefst 67 procent van alle grote ziekenhuizen in door gevechten getroffen gebieden was op 31 mei al buiten dienst, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties (WHO). Slechts 29 ziekenhuizen waren geheel of gedeeltelijk operationeel en dreigden te sluiten vanwege een tekort aan medisch personeel, voorraden, water en elektriciteit.
De heer Griffiths beweerde dat het conflict de gezondheidszorgsector in Soedan simpelweg had ‘gedecimeerd’.
De VN-gezondheidsorganisatie waarschuwde dat cruciale diensten, waaronder de gezondheidszorg voor moeders en kinderen en de behandeling van ernstige acute ondervoeding, op veel gebieden ontwricht zijn. De WHO merkte de hoge prevalentie van verspilling en groeiachterstand onder kinderen op en zei dat er in het hele land gevallen van knokkelkoorts, mazelen en acute waterige diarree werden gemeld.
‘Dodelijke combinatie’
Het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) luidde samen met andere humanitaire organisaties van de VN de alarmbel over de toekomst van de jeugd van het land, door te zeggen dat “de dodelijke combinatie van mazelen, ondervoeding en ontheemding een zeer groot risico voor de levens van kinderen met zich meebrengt als dringende maatregelen worden genomen. worden niet genomen. genomen ».
Volgens UNICEF zijn sinds het begin van het conflict, iets meer dan vier maanden geleden, minstens twee miljoen kinderen gedwongen hun huis te verlaten. Het VN-agentschap betreurde ook dat naarmate het conflict voortduurde, een hele generatie jonge Soedanezen waarschijnlijk zonder onderwijs zou blijven zitten.
‘Virale’ verspreiding van conflicten
Hulpverleners uitten hun vrees voor een langdurige oorlog, gezien de meedogenloze en ‘virale’ verspreiding van de gevechten door het hele land. Griffiths merkte op dat het geweld en de daaruit voortvloeiende voedseltekorten de Kordofan-regio van het land hadden bereikt. In Kadugli, de hoofdstad van Zuid-Kordofan, zijn de voedselvoorraden uitgeput doordat gevechten en wegversperringen voorkomen dat hulpverleners mensen in nood bereiken, zei hij.
Griffiths voegde eraan toe dat in El Fula, in het westen van Kordofan, humanitaire kantoren en voorraden zijn geplunderd.
Hij uitte ook zijn bezorgdheid over de veiligheid van burgers in Al Jazeera, in het oostelijke deel van het land. De staat stond bekend om zijn tarweproductie en Griffiths benadrukte dat het conflict steeds dichter bij de « graanschuur van Soedan » kwam te staan.
Regio onder druk, schaarse financiering
Nu de grensoverschrijdende ontheemding de 1 miljoen nadert, zou een langdurig conflict in Soedan de hele regio in een humanitaire catastrofe kunnen storten, aldus Griffiths.
Hij riep de partijen bij het conflict op om ‘de bevolking van Soedan boven de zoektocht naar macht of hulpbronnen te stellen’ en de internationale gemeenschap te laten reageren ‘met de urgentie die deze crisis verdient’.
Volgens het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) is de humanitaire oproep van 2,57 miljard dollar voor Soedan momenteel voor slechts 26 procent gefinancierd, terwijl de financiering voor het responsplan ter ondersteuning van buurlanden iets meer dan 30 procent bedraagt.