Godsdienstvrijheid is een fundamenteel mensenrecht, en hoewel de Europese Unie (EU) bekend staat om haar inspanningen om deze vrijheid internationaal te promoten, worstelen sommige van haar lidstaten nog steeds met discriminerend beleid dat religieuze minderheidsgroepen treft. Mollie Blum, een onderzoeker voor de Amerikaanse Commissie voor Internationale Religieuze Vrijheid (USCIRF), duikt in deze urgente kwestie en werpt licht op restrictieve EU-wetten en -praktijken die de rechten van religieuze minderheden belemmeren en bijdragen aan maatschappelijke discriminatie.
Hier zal ik enkele opmerkelijke voorbeelden van dit beleid onderzoeken, waaronder beperkingen op religieuze kleding, ritueel slachten en de verspreiding van « anti-sekte » informatie die USCIRF aangaat. Het rapport van Blum bespreekt godslastering en haatzaaiende taalwetten, terwijl het beleid aanpakt dat onevenredige gevolgen heeft voor moslim- en joodse gemeenschappen. Laten we, om de situatie beter te begrijpen, deze vragen in detail onderzoeken. (LINK NAAR VOLLEDIG RAPPORT HIERONDER).
Beperkingen op religieuze kleding
USCIRF ontdekte incidenten en beleid gericht tegen moslimvrouwen in verschillende EU-lidstaten, beperkingen op religieuze hoofdbedekkingen, zoals de islamitische hijab, joodse kippa en sikh tulbanddie anno 2023 nog steeds bestaan. Zoals het rapport aangeeft, hebben dergelijke voorschriften een onevenredige impact op moslimvrouwen, waardoor het idee in stand wordt gehouden dat het dragen van de hoofddoek in strijd is met de Europese waarden en sociale assimilatie wordt bevorderd.
Recente ontwikkelingen in Frankrijk, Nederland en België benadrukken de groeiende beperkingen van religieuze kleding, bekritiseert het rapport. Zo heeft Frankrijk geprobeerd het verbod op religieuze hoofddoeken in de openbare ruimte uit te breiden, terwijl ook Nederland en België restricties hebben opgelegd aan gezichtsbedekkingen. Deze maatregelen dragen bij aan een gevoel van vervreemding en discriminatie onder religieuze minderheden, wat hun dagelijks leven beïnvloedt.
Rituele slachtbeperkingen
Volgens het rapport pleiten dierenrechtenactivisten en politici uit verschillende EU-landen voor beperkingen op rituelen of religieus bloedbad, rechtstreeks van invloed op joodse en moslimgemeenschappen. Deze beperkingen belemmeren religieuze voedingsgewoonten en dwingen individuen om diepgewortelde religieuze overtuigingen op te geven. Zo hebben de Belgische regio’s Vlaanderen en Wallonië ritueel slachten zonder voorafgaande bedwelming verboden, terwijl de hoogste Griekse rechtbank heeft geoordeeld tegen het toestaan van ritueel slachten zonder verdoving. Finland heeft positieve ontwikkelingen gezien ten gunste van rituele slachtpraktijken, waarbij het belang van de bescherming van religieuze vrijheden wordt erkend.
« Anti-Cult »-beperkingen
Bloom laat in zijn rapport voor USCIRF zien dat sommige EU-regeringen schadelijke informatie over specifieke religieuze groeperingen hebben verspreid, door ze « sekten » of « sekten » te noemen. De betrokkenheid van de Franse regering bij al in diskrediet gebrachte organisaties zoals FECRISvia de overheidsinstantie MIVILUDES (van wie sommigen zouden zeggen dat het de « Sugar Daddy » van FECRIS is) heeft reacties in de media uitgelokt die personen die banden hebben met religieuze organisaties negatief beïnvloeden. Vaak worden de rechten van deze religies volledig erkend door de Verenigde Staten en zelfs door veel Europese landen, en zelfs door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
In Frankrijk hebben recente wetten de autoriteiten de bevoegdheid gegeven om speciale technieken te gebruiken om wat zij « sekten » noemen te onderzoeken en degenen die schuldig zijn bevonden te bestraffen voor een eerlijk proces. Evenzo delen van Duitsland (namelijk Beieren) eisen dat individuen verklaringen ondertekenen waarin ze hun lidmaatschap van de Scientology Kerk ontkennen (in 2023 werden meer dan 250 overheidscontracten uitgegeven met deze discriminerende clausule), wat leidde tot een lastercampagne tegen scientologen, die nog steeds hun rechten moeten verdedigen. Interessant is dat van alle landen in Europa of zelfs de wereld, Duitsland mensen vraagt om te verklaren of ze tot een bepaalde religie behoren of niet (in dit geval exclusief voor Scientology).
Godslastering wetten
Handhaving van de vrijheid van meningsuiting Wetgeving tegen blasfemie blijft in verschillende Europese landen een punt van zorg. Hoewel sommige landen deze wetten hebben ingetrokken, publiceert de USCIRF-rapport, hebben anderen de voorzieningen tegen godslastering aangescherpt. De recente pogingen van Polen om zijn godslasteringwet uit te breiden en de handhaving van beschuldigingen van godslastering in Italië zijn voorbeelden. Deze wetten zijn in strijd met het beginsel van vrijheid van meningsuiting en hebben een huiveringwekkend effect op mensen die religieuze overtuigingen uiten, vooral wanneer ze als controversieel of beledigend worden beschouwd.
Haatspraakwetten
Een evenwicht vinden Hoewel de bestrijding van haatzaaiende taal van vitaal belang is, kan de wetgeving inzake haatzaaiende taal te ruim zijn en het recht op vrijheid van godsdienst of levensovertuiging en de vrijheid van meningsuiting ondermijnen. Veel EU-lidstaten hebben wetten die haatzaaiende uitingen strafbaar stellen, waarbij vaak uitingen die niet aanzetten tot geweld strafbaar zijn.
Er ontstaat bezorgdheid wanneer individuen het doelwit zijn van het vreedzaam delen van religieuze overtuigingen, zoals blijkt uit de zaak van een Fins parlementslid en een evangelisch-lutherse bisschop die beschuldigd worden van haatzaaiende uitlatingen wegens het uiten van religieuze overtuigingen over LGBTQ+-kwesties.
Andere wetten en beleidsregels
Gevolgen voor moslims en joden EU-landen hebben verschillende beleidsmaatregelen genomen om terrorisme en extremisme tegen te gaan, met onbedoelde gevolgen voor religieuze minderheden. De Franse wet op separatisme heeft bijvoorbeeld tot doel de « Franse waarden » hoog te houden, maar de bepalingen omvatten activiteiten die geen verband houden met terrorisme. De Deense wet inzake « parallelle samenlevingen » heeft gevolgen voor moslimgemeenschappen, terwijl pogingen om besnijdenis te reguleren en holocaustverstorend beleid van invloed zijn op joodse gemeenschappen in respectievelijk Scandinavische landen en Polen.
Inspanningen om religieuze discriminatie te bestrijden: De EU heeft genomen stappen om te vechten antisemitisme en antimoslimhaat, benoeming van coördinatoren en bevordering van de aanvaarding van de IHRA-definitie van antisemitisme. Deze vormen van haat blijven echter toenemen en de EU moet de maatregelen ter bestrijding van andere vormen van religieuze discriminatie in heel Europa versterken.
Conclusie
Hoewel de EU-lidstaten over het algemeen grondwettelijke bescherming bieden voor de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging, blijven sommige restrictieve beleidsmaatregelen gevolgen hebben voor religieuze minderheden en discriminatie aanmoedigen. Het bevorderen van godsdienstvrijheid en het aanpakken van andere problemen is essentieel voor het creëren van een inclusieve samenleving. De inspanningen van de EU om antisemitisme en antimoslimhaat te bestrijden zijn prijzenswaardig, maar moeten worden uitgebreid tot andere vormen van religieuze discriminatie die in de regio gangbaar zijn. Door godsdienstvrijheid te handhaven, kan de EU een werkelijk inclusieve en diverse samenleving bevorderen waarin alle individuen hun geloof kunnen belijden zonder angst voor discriminatie of vervolging.