De Voluntary National Review (VNR) is een proces waarmee een land de vooruitgang beoordeelt die het heeft geboekt in de richting van de 2030-agenda, met het oog op het bereiken van de 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling die in 2015 werden aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De evaluatie stelt landen in staat om goede praktijken te analyseren en te identificeren, en toont aan hoe partnerschappen kunnen worden opgebouwd om collectieve doelen te bereiken. Zakia Khattabi roept op dat de vooruitgang die België heeft geboekt niet voldoende is. De minister van Duurzame Ontwikkeling dringt aan op een versnelling van het proces en de inzet van een systemische en langetermijnvisie zodat toekomstige generaties een duurzame planeet kunnen erven.
Het voortgangsrapport van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties is ondubbelzinnig: slechts 12% van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling of SDG’s liggen op schema, voor 50% van de SDG’s is de vooruitgang zwak en onvoldoende, en erger nog, voor meer dan 30% van de SDG’s zien we stagnatie of zelfs achteruitgang.
Op Belgisch niveau zijn de statistieken niet beter, zo blijkt vandaag uit de presentatie van de tweede Belgische VNR op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Het rapport wijst op een reeks grote tekortkomingen, zoals de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, een slecht ruimtelijkeordeningsbeleid, het zorgwekkende verlies aan biodiversiteit, de impact van de klimaatverandering op de beschikbaarheid en kwaliteit van water, enzovoort.
De Belgische VNR is het resultaat van een lang proces van co-creatie dat in mei 2022 van start ging tussen de federale regering en de gefedereerde entiteiten. Voor de federale minister van Duurzame Ontwikkeling, Zakia Khattabi, die het werk leidde in haar hoedanigheid van voorzitter van de Interministeriële Conferentie voor Duurzame Ontwikkeling, zijn de Belgische resultaten niet bevredigend: « We werken niet goed genoeg! Het is jammer, vooral omdat België een solide institutioneel kader heeft voor duurzame ontwikkeling. We zaten al op een te trage curve en de proliferatie van crisissen in de afgelopen jaren heeft de situatie nog moeilijker gemaakt. We moeten dus dringend bijbenen om de doelstellingen van Agenda 2030 te halen. We zijn nu halverwege het tijdschema sinds de goedkeuring van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen in 2015. De tijd dringt! De Voluntary National Review (VNR) toont aan dat, hoewel alle Belgische regeringen zich inspannen om de Agenda 2030 volledig en op tijd te behalen, dit tot nu toe onvoldoende is gebleken, zoals de indicatoren aantonen. Vandaar het belang van een solide bestuurssysteem voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s)! ».
De minister vervolgt : » De aanpak moet systemisch zijn, de coherentie van het beleid moet worden versterkt en de visie moet voor een lange termijn zijn, tot ver na de volgende verkiezingen. Daarom heb ik sinds mijn aantreden in deze regering gepleit voor het gebruik van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) als politiek kompas: of het nu gaat om de opstelling en goedkeuring van een nieuw federaal plan voor duurzame ontwikkeling (het laatste dateerde van 2004-2008) of om de invoering van een bestuurssysteem dat gebaseerd is op de SDG’s, zodat alle leden van de regering verplicht zijn om de SDG’s in hun beleidsnota’s op te nemen. »