Christenen in Syrië zijn gedoemd binnen twee decennia te verdwijnen als de internationale gemeenschap geen specifiek beleid ontwikkelt om hen te beschermen.
Dit was de oproep tot dringende hulp van christen-Syrische activisten die naar Brussel waren gekomen om te getuigen op de conferentie georganiseerd door COMECE, L’Oeuvre d’Orient en Kerk in Nood aan de vooravond van de 7e EU Conferentie Brussel “Ondersteuning van de toekomst van Syrië en de regio.”
Het evenement met de titel “Syrië – Humanitaire en ontwikkelingsuitdagingen van op geloof gebaseerde actoren: een christelijk perspectief” gaf online ook het woord aan vertegenwoordigers van christelijke humanitaire en sociale projecten in Syrië.
Een opeenstapeling van bedreigingen
Bij deze 13e In het oorlogsjaar behoren christenen tot de 97% van de wereldbevolking die onder de armoedegrens leven, maar bovendien lijkt de demografische erosie van hun gemeenschap onomkeerbaar. Een paar alarmerende gegevens.
In Aleppois 2/3 van de christelijke gezinnen van de radar ‘verdwenen’: er zijn er nu nog maar 11.500 tegen 37.000 in 2010.
Elk christelijk gezin bestaat slechts uit 2,5 personen vanwege het dalende geboortecijfer dat kan worden verklaard door de massale migratie van jonge koppels en het ontbreken van een toekomst om in Syrië op te bouwen voor een mogelijke volgende generatie.
Bovendien wordt volgens sommige statistieken ongeveer 40% van de overgebleven gezinnen geleid door vrouwen, maar hebben ze minder kansen op werk dan mannen.
De gemiddelde leeftijd van de leden van de christelijke gemeenschap is 47 jaar. Aangezien het gestaag stijgt, zal deze trend leiden tot een steeds ouder wordende gemeenschap die gedoemd is steeds minder dynamisch te worden en langzaam te sterven zonder nakomelingen.
Bovendien hebben de verwoestende aardbeving in februari en de aanhoudende flagrante schendingen van de mensenrechten hun situatie verder verslechterd.
Op dit moment is er geen licht aan het einde van hun tunnel, hoewel jonge christenen klaar zijn om de uitdaging aan te gaan, maar er is geld nodig om een toekomst op te bouwen, zeiden sommige Syrische christenen op de conferentie.
Geen regimewissel geen wederopbouw, zegt de EU
Op 15 juni zei de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de EU, Josep Borrell, op de 7e Conferentie:
“Het Europese beleid ten aanzien van Syrië is niet veranderd. We zullen pas volledige diplomatieke betrekkingen met het Assad-regime herstellen, of aan de wederopbouw beginnen, als er een echte en alomvattende politieke transitie stevig op gang is gekomen – wat niet het geval is.
Zolang er geen vooruitgang is – en voorlopig geen vooruitgang – handhaven we het sanctieregime. Sancties die gericht zijn tegen het regime en zijn aanhangers, en niet tegen het Syrische volk.”Joseph Borrell
In de katholieke kerk vinden sommigen dat er onevenredig veel aandacht wordt besteed aan de sancties tegen de 3%-elite, terwijl er te weinig efficiënt wordt gedaan om het heden en de toekomst van de arme bevolking (97%) te garanderen.
De Verenigde Staten en de Europese Unie zijn niet langer geloofwaardige politieke spelers in Syrië sinds september 2013, toen de voormalige Amerikaanse president Obama er ondanks zijn verbale dreigementen uiteindelijk niet in slaagde zijn toevlucht te nemen tot militaire interventie, nadat Assad chemische wapens had gebruikt tegen zijn eigen bevolking. Deze ongestrafte overschrijding van de Amerikaanse rode lijn had vervolgens geleid tot de onvermijdelijke terugtrekking van president Hollande uit elke militaire gezamenlijke operatie. Het vacuüm werd snel vervangen door Rusland en nu is het Syrië van Assad net weer opgenomen in de Arabische Liga.
Sommigen in de katholieke kerk zijn stellig van mening dat wederopbouw een prioriteit is om Syriërs van alle religies en etniciteiten op hun historische land te houden en niet voor onbepaalde tijd onderworpen mag worden aan een illusoire politieke verandering in Damas. Ze zijn van mening dat wederopbouw mogelijk is zonder het regime van Assad te legitimeren. Er moet naar zulke stemmen worden geluisterd en hun opties moeten worden onderzocht.
Buitenlandse en internationale humanitaire christelijke instellingen hebben hun relais in Syrië. Ze kunnen hun menselijke en logistieke capaciteiten activeren om de Syrische bevolking in haar wereldwijde diversiteit te dienen. Het zijn betrouwbare partners die voldoen aan eisen op het gebied van transparantie en rechtvaardigheid.
De kleine christelijke minderheid is een kans voor Syrië omdat zij een grote impact kan hebben op de verbetering van het dagelijks leven van alle Syriërs. De EU en andere donoren zouden erop moeten wedden, want Syriërs verdienen het om een kans te krijgen om in waardigheid te leven.
De 7e EU-conferentie Brussel
Het ministeriële deel op hoog niveau van de conferentie bracht op 14 en 15 juni vertegenwoordigers van 57 landen bijeen, waaronder EU-lidstaten en meer dan 30 internationale organisaties, waaronder de Verenigde Naties, naast de EU-instellingen.
De 7e Conferentie, die beweert het belangrijkste toezeggingsevenement voor Syrië en de regio in 2023 te zijn, slaagde erin hulp aan Syriërs in het land en in de buurlanden te mobiliseren, door middel van internationale toezeggingen van in totaal € 5,6 miljard voor 2023 en daarna, inclusief € 4,6 miljard voor 2023 en € 1 miljard voor 2024 en daarna.
De toezeggingen dekken de humanitaire behoeften van Syriërs in Syrië, en ook steun voor snel herstel en veerkracht Syriërs om hun land weer op te bouwen en te voorzien in de behoeften van 5,7 miljoen Syrische vluchtelingen in de gastlanden, in de nabuurschap: Libanon, Turkije, Jordanië, Egypte en Irak, evenals in de behoeften van de gemeenschappen die hen genereus onderdak bieden.
Van 2011 tot op heden zijn de Europese Unie en haar lidstaten met meer dan 30 miljard euro de grootste donoren geweest van humanitaire hulp en hulp bij weerbaarheid aan Syrië en de regio, maar zij zijn niet langer lokale politieke en geopolitieke spelers.
Christenen in Syrië hopen dat hun inclusieve educatieve, sociale en humanitaire projecten tegen hun reële waarde zullen profiteren van deze financiële meevaller. De tijd zal het leren.
Oorspronkelijk gepubliceerd in The European Times.