De lidstaten moeten gezamenlijk zorgen voor een vermindering van het energieverbruik van ten minste 11,7% op EU-niveau tegen 2030 (vergeleken met de projecties van het Referentiescenario 2020). Deze doelstelling zal gepaard gaan met een robuust monitoring- en handhavingsmechanisme om ervoor te zorgen dat de lidstaten hun nationale bijdragen aan deze bindende EU-doelstelling waarmaken.
De leden van het Europees Parlement en het voorzitterschap van de Raad zijn het ook eens geworden over een jaarlijkse energiebesparing door de lidstaten van (gemiddeld) 1,5% tot 2030. De jaarlijkse energiebesparing begint met 1,3% in de periode tot eind 2025 en zal geleidelijk oplopen tot 1,9% in de laatste periode tot eind 2030.
De doelstellingen moeten worden bereikt door middel van maatregelen op lokaal, regionaal en nationaal niveau, in verschillende sectoren – bijvoorbeeld openbaar bestuur, gebouwen, bedrijven, datacentra, enz. De EP-leden drongen erop aan dat de regeling met name betrekking zou hebben op de publieke sector, die zal moeten terugdringen het eindenergieverbruik met 1,9% per jaar. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat jaarlijks ten minste 3% van de openbare gebouwen wordt omgebouwd tot bijna-energieneutrale of emissievrije gebouwen. De overeenkomst legt ook nieuwe eisen vast voor efficiënte stadsverwarmingssystemen.
Citaat
Rapporteur Niels Fuglsang (S&D, DK), zei: “Ik ben erg blij dat we erin zijn geslaagd de lidstaten naar veel ambitieuzere energie-efficiëntiedoelstellingen te duwen. Het is van het grootste belang dat we in de toekomst niet langer afhankelijk zijn van Russische energie, terwijl we toch onze klimaatdoelstellingen halen. Vandaag was een grote overwinning. Een overeenkomst die niet alleen goed is voor ons klimaat, maar ook slecht voor Poetin.”
« Voor de allereerste keer hebben we een doelstelling voor energieverbruik die lidstaten verplicht zijn na te leven », voegde hij eraan toe.
Volgende stappen
Het voorlopige akkoord moet nu worden goedgekeurd door zowel het Parlement als de Raad.
Achtergrond
Op 14 juli 2021 heeft de Europese Commissie het ‘Fit for 55’-pakket aangenomen, waarmee de bestaande klimaat- en energiewetgeving wordt aangepast om te voldoen aan de nieuwe EU doelstelling van een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (BKG) met minimaal 55% tegen 2030. Een onderdeel van het pakket is de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie (RED II), die de EU zal helpen de nieuwe doelstelling van 55% BKG te halen. Onder de huidige RED II is de EU verplicht ervoor te zorgen dat tegen 2030 ten minste 32% van haar energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen komt.
Het « Fit for 55 »-pakket omvat ook de herschikking van de energie-efficiëntierichtlijn (EED), waarbij de bepalingen ervan worden afgestemd op de nieuwe doelstelling van 55% broeikasgassen. De EED beschrijft momenteel het niveau van energiebesparingen dat de EU moet realiseren om de overeengekomen doelstelling van 32,5% energie-efficiëntieverbeteringen tegen 2030 te halen.