De Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa rondde een evaluatie en discussie af over de milieuschade tijdens gewapende conflicten. Het besloot dat de Raad van Europa het voortouw moest nemen bij het creëren van een nieuw rechtsinstrument om milieuschade tijdens gewapende conflicten te voorkomen en de schaal ervan zoveel mogelijk te verkleinen.
De parlementariërs van de 46 graafschappen van de Raad van Europa zijn deze week in Straatsburg bijeengekomen voor de winterplenaire zitting. De Montage besprak en keurde vervolgens unaniem een resolutie en aanbeveling goed op basis van a verslag doen van door John Howell (Verenigd Koninkrijk, EC/DA).
De Assemblee zei dat gewapende conflicten « diepe littekens op de menselijke leefruimte » hebben achtergelaten en het recht op een gezonde omgeving ondermijnen. Dergelijke schade kan « veelzijdig, ernstig, langdurig en meestal onomkeerbaar » zijn.
Internationale mensenrechten en humanitair recht legden staten die betrokken zijn bij conflicten al substantiële verplichtingen op om het milieu te beschermen, maar er waren « belangrijke hiaten », benadrukten de parlementariërs.
De opzettelijke ernstige vernietiging of aantasting van de natuur, die zou kunnen worden gekwalificeerd als “ecocide”, moet daarom worden gecodificeerd in zowel het nationale als het internationale recht. De Montage steunde krachtig de inspanningen om de Internationaal Strafhof‘s (ICC) Statuut om ecocide als nieuw misdrijf toe te voegen.
Er zou een verbod moeten komen op wapens die een onevenredige impact hebben op het milieu en « mensenlevens in het getroffen gebied onmogelijk maken », voegden de parlementariërs eraan toe.
In het rapport waarop de discussie was gebaseerd, werd erop gewezen dat gewapende conflicten, oorlogen en militaire agressie mensenlevens verwoesten en menselijke leefruimte beschadigen. Milieuschade kan veelzijdig, ernstig, langdurig en meestal onomkeerbaar zijn. Ze hebben niet alleen gevolgen voor ecosystemen, maar ook voor de menselijke gezondheid buiten het conflictgebied en lang nadat het conflict voorbij is. De mensenrechten op leven en op een gezond milieu worden zo ondermijnd.
Het rapport merkt op dat het bestaande internationale rechtskader voorziet in een beperkte bescherming van het milieu in tijden van gewapend conflict op basis van instrumenten van internationaal humanitair recht. Het benadrukt de noodzaak om te zorgen voor een gezamenlijke toepassing van de mensenrechten en het humanitair recht tijdens gewapende conflicten. Het pleit ook voor de internationale erkenning van het misdrijf ecocide en voor maatregelen om het gebruik van verboden wapens, die rampzalige gevolgen hebben voor zowel het milieu als de mens, te verbieden.
Het rapport beveelt stappen aan om een juridisch kader te consolideren voor een betere bescherming van het milieu in gewapende conflicten op nationaal, Europees en internationaal niveau, met name voor het monitoren van inbreuken en het behandelen van schadeclaims. Bovendien moet de verantwoordelijkheid van de staat voor extraterritoriale milieuschade worden versterkt en moet er onder auspiciën van de Raad van Europa een nieuw regionaal rechtsinstrument of verdrag worden opgesteld.