Plastic afval groeit nog steeds
Ondanks deze maatregelen blijkt dat uit data productie van plastic afval sneller groeit dan de economische groei. De voortdurende toename van de productie van plastic afval oefent nog steeds een te grote druk uit op de Europese kusten en zeeën. En dat de Europese Unie momenteel niet op schema ligt om haar beleidsdoelstellingen te halen om afval aanzienlijk te verminderen in haar overgang naar een circulaire economie, die tot doel heeft de hoeveelheid plastic en verpakking die momenteel wordt weggegooid massaal te verminderen.
Tussen 2011 en 2020 is het plastic afval dat in de 27 lidstaten van de EU per persoon wordt geproduceerd, met 22 % toegenomen, evenals de hoeveelheid slecht beheerd plastic afval. De meeste gebruikte en weggegooide plastic artikelen worden ofwel gerecycled, verbrand of opgeslagen in afvalvoorzieningen, maar vanwege de beperkte capaciteit voor afvalbeheer komt een deel nog steeds in onze zeeën en oceanen terecht, waardoor het de belangrijkste bron van zwerfvuil op zee is. Dit niet opgehaald afval wordt via de vele rivieren van Europa naar onze kusten gebracht. De uitkomst is dat 75% van de beoordeelde mariene gebieden vervuild zijn. Dit is een enorm probleem vanwege de impact van plastic op het leven in zee en op de menselijke gezondheid via de voedselketen. In sommige gevallen betekent de persistente aard van plastic dat het tot 500 jaar in het milieu kan blijven bestaan.
Wat we moeten weten om te handelen
Om de groene doelstellingen van Europa te bereiken, en met name de doelstellingen voor afvalpreventie, -vermindering en -beheer, is een volledig begrip van zwerfvuil op zee nodig — van de bron tot de zee. Wij moeten ook afvalproductie loskoppelen van economische groei. Inspanningen in Europa om de inzameling en het beheer van afval te verbeteren, hebben enige vooruitgang geboekt bij het terugdringen van het aandeel van slecht beheerde kleine niet-verpakkende plastic artikelen (PPSI) afval. Om oplossingen te vinden, evolueert de EU-wetgeving naar een meer geïntegreerde aanpak op basis van monitoring, die kan worden ondersteund door verbeterde gegevensverzameling en -analyse over land en rivieren. Het meeste zwerfvuil op zee wordt op het land geproduceerd, en de betrouwbaarheid van gegevens over afvalbeheer is beperkt en plastic zwerfvuil dat via rivieren wordt vervoerd, blijft onderbelicht.
De aanbevelingen focus op een beter gebruik van bestaande en opkomende databronnen probleemgebieden beter in de gaten houdendie kunnen helpen bij het ontwikkelen van gerichte maatregelen.
Oubollig schoonmaakbeurten En fysieke bewaking door vrijwillige burgerwetenschappers zijn ook van onschatbare waarde. Ook technologie speelt een steeds grotere rol. Teledetectie via satellieten kunnen vliegtuigen, drones en kunstmatige intelligentie helpen om de verzamelde ‘big data’ te begrijpen.
Schattingsmodellen voor afvallekkage en rivierafval zijn net zo belangrijk als fijnmazige gegevensverzameling en monitoringactiviteiten. Het gebruik van deze tools is nodig om politieke besluitvorming te stimuleren in landen en gemeenschappen die te maken hebben met de grootste problemen met afvalbeheer.