Het juiste dieet voor depressie
Het zoogdierorganisme bevat ongeveer 10 keer minder cellen dan bacteriën, schimmels en andere microflora. Onderzoekers dachten lange tijd dat de samenstelling ervan vooral de stofwisseling beïnvloedt, maar waarnemingen van de afgelopen jaren hebben aangetoond dat eigenaardigheden in de samenstelling van de microflora de kans op kanker en andere ziekten beïnvloeden, evenals het gedrag van mensen en dieren. Een team van Nederlandse en Britse artsen onder leiding van Najaf Amin, universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, Nederland, heeft het eerste bewijs gevonden dat de soortensamenstelling van de microflora en het aantal verschillende bacteriën in de darmen een significante invloed hebben op de darmflora. kans op het ontwikkelen van verschillende vormen van klinische depressie. De bacteriële wortels van depressie Wetenschappers hebben deze ontdekking gedaan in het kader van een grootschalig onderzoek waaraan meer dan 2.600 mensen deelnamen die in hetzelfde deel van de stad woonden en tot zes verschillende etnische groepen behoorden. Wetenschappers bestudeerden grondig hun mentale toestand en verzamelden monsters van hun microflora en genoom.
Wat is het verband tussen vegetarisme en depressie
Braziliaanse onderzoekers hebben een verband gevonden tussen vegetarisme en depressie. De daaropvolgende analyse en vergelijking van deze monsters hielp de onderzoekers om enkele tientallen soorten microben te identificeren die op de een of andere manier bijdragen aan de frequentie van depressie bij alle bestudeerde groepen. Deze bacteriën behoren tot 13 verschillende microbiële groepen, waaronder de geslachten Eggerthella, Subdoligranulum, Lachnoclostridium, Hungatella en Ruminococcaceae. Een latere studie van de gegevens toonde aan dat een verhoogde concentratie van sommige van deze bacteriën in het spijsverteringsstelsel, vooral die van de geslachten Hungatella, Eggerthella en Lachnoclostridium, bijdroeg aan de ontwikkeling van depressie en soortgelijke psychische aandoening.
Een teveel aan microben van de geslachten Subdoligranulum en Ruminococcaceae verkleinde dit risico daarentegen. De onderzoekers merken op dat al deze microben verantwoordelijk zijn voor het produceren van de moleculen glutamaat, serotonine, gamma-aminoboterzuur en andere belangrijke signaalmoleculen van het zenuwstelsel. Aangenomen wordt dat al deze stoffen betrokken zijn bij de ontwikkeling van depressie, wat verklaart waarom een overmaat of tekort aan bepaalde microben in de darm het risico op het ontwikkelen van de ziekte verhoogt of verlaagt, concluderen de onderzoekers.
Foto via Pixabay: https://www.pexels.com/photo/pink-sphere-splashed-by-green-liquid-45239/