De specialisten die meededen aan het onderzoek komen uit Duitsland, Groot-Brittannië, Canada, Frankrijk en Zwitserland. De onderzoekers gebruikten de grootste beschikbare database van temperatuurreconstructies, verspreid over 12.000 jaar, om het geografische patroon van temperatuurverandering tijdens het Holoceen in detail te analyseren.
Olivier Kartapanis en zijn collega’s ontdekten dat er, in tegenstelling tot eerdere opinies, tijdens het Holoceen geen opwarming van de aarde was. In plaats daarvan waren de hoogste temperaturen op verschillende tijdstippen, niet alleen in verschillende regio’s, maar ook tussen de oceaan en het land. Dit roept de vraag op hoe zinvol vergelijkingen van de wereldgemiddelde temperatuur tussen reconstructies en modellen zijn, merken de experts op.
Hoofdauteur Kartapanis is van mening dat « de resultaten het paradigma van een Holoceen thermisch maximum ter discussie stellen dat tegelijkertijd wereldwijd plaatsvindt. » En terwijl de hoogste temperatuur tussen 4.000 en 8.000 jaar geleden werd bereikt in Western Europa en Noord-Amerika koelde het oceaanoppervlak ongeveer 10.000 jaar geleden af op de middelste breedtegraden en bleef het stabiel in de tropen. De regionale variabiliteit van de periode van maximale temperatuur suggereert dat instraling op hoge breedtegraden en ijstijden een belangrijke rol speelden bij de klimaatverandering tijdens het Holoceen.
« Omdat ecosystemen en mensen … worden beïnvloed door regionale en lokale klimaatveranderingen, zijn goede ruimtelijke en temporele modellen nodig … om beleidsmakers te begeleiden », zegt Lucas Jonkers, co-auteur van de studie en onderzoeker bij MARUM – Centre for the Study on het mariene milieu in Bremen, Duitsland.